Met spijt in ons hart delen we mee dat ZIZO, het (online) magazine van çavaria, er na bijna 30 jaar mee ophoudt. Wil je weten waarom? Je leest er hier meer over. Çavaria blijft via al hun communicatiekanalen inzetten op mooie verhalen en LGBTI+ nieuws. Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je dan hier snel in voor de nieuwsbrief van çavaria. |
“Ik hoop dat de volgende federale regering snel werk maakt van een nieuw actieplan tegen holebi- & transfobie"
Op vrijdag 11 oktober heeft KliQ Works voor de tweede keer de Most Inclusive Employer Award uitgereikt. Voor het tweede jaar op rij ging Proctor & Gamble met de eer lopen. Ze kregen de prijs overhandigd door Nathalie Muylle, de nieuwe minister van Werk in de federale regering. ZIZO schoof aan tafel met haar.
Nathalie Muylle (50) komt uit het West-Vlaamse Roeselare, waar ze al ruim negenjaar schepen is. Sinds 2004 zit ze onafgebroken in de Kamer. Begin oktober volgde ze Wouter Beke op als minister van Werk, Economie, Consumentenzaken en Gelijke Kansen in de federale regering van lopende zaken.
Wat vond u van de KliQ Works Conference?
Nathalie Muylle: “Het was een bron van inspiratie, niet alleen voor bedrijven, maar ook voor de overheid.
Ik was enorm onder de indruk van de sterke aanpak van deze bedrijven op vlak van diversiteit op de werkvloer.
Dit is een thema waarin zowel mijn bevoegdheden werk als gelijke kansen samenkomen, reden te meer voor mij om er extra belang aan te hechten. Doordat beide bevoegdheden bij eenzelfde minister zitten, hoop ik een aantal zaken in beweging te kunnen zetten.”
Een echt beleid voeren rond LGBTI is niet enkel zorgen dat er geen discriminatie is. Het mag en moet meer zijn dan dat
Waarom vindt u het belangrijk dat bedrijven een LGBT+-beleid ontwikkelen?
“Discriminatie van iemand op basis van persoonlijke kenmerken, zoals seksuele oriëntatie, op het werk kan niet. Ook pesterijen, haatboodschappen of haatmisdrijven hebben geen plek op de werkvloer.
Een echt beleid voeren rond LGBTI is niet enkel zorgen dat er geen discriminatie is. Het mag en moet meer zijn dan dat. Mensen moeten zich goed kunnen voelen op hun werkplek. Een veilige en aangename werkomgeving is daarvoor een must, voor alle werknemers. Of het nu mannen of vrouwen zijn, wat hun religie, seksuele oriëntatie, leeftijd... ook is.
De werkgever heeft daar ook een belangrijk rol in. Van bij de aanwerving, over het onthaal van nieuwe werknemers, tot bij de organisatie van het werk en de coaching van de werknemers kan de werkgever bepaalde accenten leggen in zijn HR-beleid. Als de werkgever het goede voorbeeld geeft, zullen werknemers daar ook makkelijker in volgen.”
Hoe gaat u als minister van Werk dit aanmoedigen?“Mijn voorganger minister Peeters nam al verschillende initiatieven. Ik denk daarbij aan de mysterycalls tegen discriminatie op de arbeidsmarkt, maar ook aan het nieuwe kader rond positieve acties.
Een concreet voorbeeld zou kunnen zijn wervingscampagnes organiseren die zich specifiek tot holebi’s richten in instellingen die, waar vermoedelijk negatief tegen holebi’s aangekeken wordt. Zo’n positieve actie kan pas worden uitgevoerd nadat ik als Minister van Werk het heeft goedgekeurd. Pas dan ben je als werkgever zeker dat het geen vermomde discriminatie is.
Daarnaast lijkt mij ook nuttig dat de vakbonden en werkgeversorganisaties zich verder blijven buigen over dit onderwerp. Zij kennen de werkvloer goed en kunnen inschatten welke acties nuttig kunnen zijn.”
Op vandaag zijn vooral grotere bedrijven hiermee bezig, hoe kunnen KMO’s hierbij meer betrokken geraken?
“We zijn bezig met de opmaak van een LGBTI-charter voor bedrijven. Daarin komen een aantal engagementen die bedrijven kunnen ondertekenen om voor meer inclusie op de werkvloer te komen. Dit charter kan ook op maat van KMO’s afgestemd worden. De eerste stappen richting zo’n Charter werden gezet. Zo stuurden we een brief naar de verschillende sectoren met de vraag of ze hieraan willen meewerken en als Captain of Industry bereid zijn het ook te tekenen.
Zo kan het charter aansporen dat de bedrijven iemand van hun HR-dienst een opleiding over een inclusieve werkvloer. In die opleiding krijgen ze dan tips mee waarmee ze direct aan de slag kunnen. Ik denk bijvoorbeeld aan inclusievere vacatures: v/m/x in plaats van m/v, of bij de voorstelling van het bedrijf specifiek vermelden dat het bedrijf kandidaten selecteert op basis van hun kwaliteiten, ongeacht hun genderidentiteit, genderexpressie, seksuele oriëntatie, afkomst, leeftijd of beperking.”
Er moet dringend een regeling komen voor de medische ingrepen op minderjarige intersekse personen
U bent ook minister van Gelijke Kansen. Wordt er op dit moment verder gewerkt aan een nieuw interfederaal LGBTI-actieplan?
“Het vorige actieplan liep af in mei 2019. Voor de zomer werd dat grondig geëvalueerd. Hier vloeide een interne nota uit voort met allerlei nuttige aanbevelingen voor het volgende actieplan.
Ik heb mijn administratie reeds de opdracht gegeven om de nodige stappen te zetten om dit nieuw plan voor te bereiden. Ik hoop dat de volgende regering dit ter harte zal nemen , en hun engagementen in concrete beleidsdaden om zal zetten.”
Zijn er bepaalde accenten die u daarin wilt leggen?
“Uit de knelpuntennota blijkt dat er vooral nood is aan een actieplan dat door iedereen wordt gedragen. Ik wil dus vooral een actieplan dat tot stand komt in samenwerking met het middenveld, academici, organisaties als Unia en het Instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen én de overheid. Iedereen moet geconsulteerd worden bij de opstelling van het plan, de opvolging en de evaluatie.
In het vorige actieplan werden voor het eerst maatregelen voorop gesteld ter versterking van het beleid rond intersekse personen. Zo moet er dringend een regeling komen voor de medische ingrepen op minderjarige intersekse personen. De eerste broodnodige stappen om dat beleid vorm te geven werden de voorbije periode gezet.
Er is ook nog veel onwetendheid over deze materie. De nood naar informatie is groot. Daarom komt er binnenkort een informatiebrochure voor ouders van intersekse kinderen. Die brochure moet het onderwerp meer bespreekbaar maken, uit de taboesfeer halen.
Een andere doelgroep die specifieke aandacht nodig heeft, zijn de slachtoffers van meervoudige discriminatie, zoals bijvoorbeeld holebi’s met een migratieachtergrond. Dit kruispuntdenken moet ook in het plan worden geïntegreerd. Als een holebi met een migratieachtergrond gediscrimineerd wordt kan dat zijn omdat die holebi is, of omdat die een migratieachtergrond heeft, of de combinatie van beide. Op de dag van vandaag moet de rechtbank elke vorm van discriminatie afzonderlijk onderzoeken. Voor de rechter is het moeilijk om dan rekening te houden met de dynamiek tussen de verschillende criteria samen, waarvan de combinatie alleen tot de discriminatie geleid heeft. Daarom is het belangrijk dat de antidiscriminatiewetgeving snel aangepast wordt."
Samen met mijn collega Sonja Becq, was ik een van de initiatiefneemsters van het wetsvoorstel rond meemoeders
Wat zijn volgens u prioriteiten voor de volgende regering?
“Ik hoop dat volgende regering zo snel mogelijk aan de slag gaat met de voorbereidingen voor nieuwe interfederale actieplannen, in de strijd tegen discriminatie ten aanzien van LGBTI-personen, maar ook in de strijd tegen gender gerelateerd geweld en racisme.
Ook binnen federale overheidsdiensten, die normaal een weerspiegeling van de maatschappij zouden moeten zijn, is er een ondermaatse vertegenwoordiging van minderhedengroepen. Dit moet dringend worden aangepakt.”
Hoe kijkt u naar de uitspraak van het Grondwettelijk Hof in verband met de transgenderwet, dat delen van de transgenderwet in strijd zijn met het recht op zelfbeschikking?
“In de loop van de komende weken gaan we het arrest grondig analyseren. Dan pas kunnen we bekijken welke wetsaanpassingen nodig zijn en inschatten wat daarvan de gevolgen zijn. We moeten hierbij wel waakzaam zijn dat een nieuwe wijze van geslachtsregistratie niet belet dat er geen studies en metingen meer kunnen gedaan worden naar de – nog steeds ongelijke - positie man en vrouw.”
U woont in Roeselare, bent u al in contact gekomen met lokale LGBTI-initiatieven? Hebt u er een bepaalde affiniteit met het thema?
“Mijn dochter en haar vriendin hebben vorige maand een kindje gekregen. Er zit een trotse oma voor je. En hoewel Roeselare nog een vrij landelijke omgeving is, ben ik blij dat ze tijdens hun studies, op hun werk, in hun sociale kring geen negatieve ervaringen hebben meegemaakt omwille van hun seksuele geaardheid. Ik merk er een positieve dynamiek, die er vijf à tien jaar geleden nog niet was.
Samen met mijn collega Sonja Becq, was ik een van de initiatiefneemsters van het wetsvoorstel rond meemoeders. Hierdoor moet een vrouw die een kind heeft met haar lesbische partner het kind niet meer adopteren. Ook de niet biologische moeder wordt bij de geboorte meteen geregistreerd als ouder.”
Mijn dochter en haar vriendin hebben vorige maand een kindje gekregen. Er zit een trotse oma voor je
Hoe hebt u de coming-out van uw dochter ervaren?
“Het is in het begin niet zo eenvoudig geweest. Als moeder dacht ik toen (2012, red.) dat mijn dochter met een bepaalde ‘rugzak’ door het leven ging moeten gaan die haar het leven moeilijker zou maken. Ik voelde dat ik als moeder tekortgeschoten was. Wat achteraf bekeken helemaal niet zo was natuurlijk.
Zeven jaar geleden was het nog een andere tijd, ik wist er nog veel minder over. Ouders gingen in een gesprek niet snel vertellen dat hun zoon of dochter holebi was. Dat is de voorbije jaren gelukkig fel verbeterd. Nu hoor ik wel geregeld in gesprekken ‘onze zoon en zijn vriend’.
Maar eens ik zag dat mijn dochter dolgelukkig was, is dat gevoel vrij snel verdwenen. Nu ben ik zelfs een ambassadeur voor gelijke rechten voor iedereen die een duurzame relatie aangaat (lacht).”
Eigen verslaggeving